Na Gaza is alle Westerse morele pretentie barbarij

Hoe kan de op mensenrechten gestoelde Nederlandse samenleving – van links tot rechts – al meer dan een jaar zoiets overduidelijk immoreels als een genocide negeren, ontkennen of zelfs steunen? De wortels van deze paradox liggen diep in het gedeelde zelfbeeld van Nederland en Israël als ‘beschaafde’ Westerse landen. Dit roept de vraag op: Heeft Nederland wel afgerekend met de mentale sporen van zijn eigen koloniale gedachtegoed?
Theodor Adorno, de Joods-Duitse cultuurcriticus en filosoof van de Frankfurter Schule, schreef in 1949: ‘Na Auschwitz is een gedicht schrijven barbarij.’ Adorno benadrukte hiermee dat de Duitse cultuur die prachtige kunst wist voort te brengen, tegelijkertijd ook de meest lelijke daad in de menselijke geschiedenis had gepleegd. Diezelfde cultuur moest daarom gezien worden als een uitermate paradoxale: het was tegelijkertijd een baken van de Verlichting en kunst, maar ook van het genocidale antisemitisme en Nazisme.
Adorno’s uitspraak heeft echter betrekking op de gehele Westerse wereld, en hij blijft vandaag de dag relevant. Wij, het Westen, werpen onszelf nog altijd op als de voorvechters van hoge waarden zoals democratie, gelijkheid, en secularisme.
Tegelijkertijd dragen we nu al tenminste sinds 1948 bij aan de buitensluiting, discriminatie en etnische zuivering van Palestijnen door de religieus-etnische natiestaat Israël vrijwel onvoorwaardelijk te steunen en militair te bevoorraden. We dragen Israël zelfs uit als een baken van de Westerse cultuur en houden het een hand boven het hoofd wanneer ze internationaal geconfronteerd wordt met haar misdaden.
De gevolgen van deze morele hypocrisie zijn zelden zo acuut geworden als tijdens het afgelopen anderhalf jaar – met name voor de niet-Westerse wereld en in het algemeen voor mensen van kleur werd dit schrijnende feit herbevestigd.
De Westerse en Nederlandse mainstream probeerden het afgelopen jaar de bezetting en genocide van Gaza te presenteren als een ‘ingewikkelde situatie’. Om die te begrijpen moest de nodige ‘nuance’ gezocht worden en moest ‘7 oktober’ niet vergeten worden.
Soms werd Israëls genocide glashard ontkend of zelfs vergoelijkt. Terwijl de Palestijnse burgerdoden zich begin november 2023 opstapelden sprak de ‘linkse’ Frans Timmermans van een ‘cultuur van de dood’ bij Hamas, en beschreef hij de ‘onze’ als een ‘cultuur van het leven’. Pleiten voor het idee dat de inheemse Palestijnen ook recht hebben op zelfbeschikking, democratie en gelijkwaardigheid werd als polariserend beschouwd, demonstreren op 7 oktober werd weggezet als antisemitisch.
Hoe is het toch mogelijk dat zoiets overduidelijk immoreels als een genocide na meer dan een jaar nog altijd geen wijdverbreide veroordeling oproept in Nederland? Waarom spreekt men toch zo vaak van een ‘ingewikkelde situatie’, terwijl we hier met een genocide uit het boekje te maken lijken te hebben?
Hij besefte dat Israël een hele ‘machinerie van hersenspoeling’ inzette om de Palestijnen te dehumaniseren
Die focus op Nederland en het Westen lijkt bijna onzinnig wanneer we de pijnlijke ironie bezien dat juist Israël – het land dat zich opwerpt als een veilige thuishaven voor precies dat eeuwenlange vervolgde, geteisterde en gedecimeerde volk van de Joden – de massamoord van de Palestijnen op haar geweten heeft.
Pankaj Mishra beschreef eerder dit jaar in zijn scherpe essay De Shoah na Gaza hoe er door Joodse en Israëlische critici in de jaren zestig al werd gewaarschuwd voor de ‘nazificatie’ van Israël, en hoe de genocide op de Europese Joden door Israël misbruikt wordt om haar eigen genocidale beleid te rechtvaardigen.
Maar Mishra belichtte in mindere mate waarom veel met name witte Westerse politici zo weinig aarzelen bij het steunen van Israël, en waarom mainstream mediakanalen en omroepen als NOS, WNL en RTL veel gevoeliger lijken voor de ‘pijn van de Israëliërs’ dan voor het leed van de Palestijnen.
Toch is dat belangrijk om te bestuderen, want Westerse steun is een mogelijkheidsvoorwaarde voor het Israëlische geweld; zo niet dé mogelijkheidsvoorwaarde. Hoe kan de Westerse cultuur, die heeft gezworen bij ‘nooit meer’, het op het moment van de waarheid tóch weer laten afweten?
Een mogelijke verklaring hiervoor vinden we door niet enkel de rechtvaardigende ideologie van het naoorlogse Israël onder de loep te nemen, maar ook de oudere gedeelde wortels van en verwantschap tussen het Zionisme en het Westerse kolonialisme bloot te leggen. Daarmee wordt duidelijk dat het agressieve Zionisme van vandaag de dag een extreme exponent is van een nog niet wezenlijk bestreden cultureel probleem: Westers superioriteitsdenken.
1: Ontmenselijking en superioriteit
Een van de meest heldere uiteenzettingen van dit superioriteitsdenken in het Zionisme komt van de Israelische journalist Gideon Levy. De vooraanstaande Ha’aretz-columnist wijdt zijn schrijverscarrière aan het ‘re-humaniseren van de Palestijnen’ voor de Israëliërs. Levy stelde zichzelf deze opdracht nadat hij besefte dat Israël een hele ‘machinerie van hersenspoeling’ inzette om de Palestijnen systematisch te dehumaniseren, en daarmee hun etnische zuivering bij haar eigen bevolking als toelaatbaar en noodzakelijk te schetsen. Die machinerie brengt volgens Levy dan ook één van de drie kernaspecten van het breed gedragen wereldbeeld van de Israëliërs tot stand: de ondergeschikte menselijkheid van de Palestijnen.
Vandaar dat Yoav Gallant, de Israëlische minister van Defensie, Palestijnse strijders ‘menselijke dieren’ kon noemen en daarmee mag wegkomen. Gallant praatte op die manier het afsluiten van de water-, voedsel-, stroom- en brandstofvoorziening voor alle inwoners van Gaza goed. Vandaar ook dat Trump in een debat met Biden hem, met weinig tegengeluid, ‘een slechte Palestijn’ kon noemen. Trump insinueerde daarmee dat Bidens oproep voor een staakt-het-vuren voor de naar geweld hunkerende Palestijnen te vreedzaam zou zijn. Daarom zou Biden volgens Trump Israël gewoon ‘de klus moeten laten klaren’.
Ongeacht hun aantallen of kwetsbaarheid mag elke Palestijn blijkbaar opgeofferd worden
De decennialange dehumanisering in het Westen van vrijwel alle mensen met een Islamitische achtergrond heeft eraan bijgedragen dat Arabieren gestereotypeerd zijn als nihilistische terroristen die alleen de taal van het geweld kennen en geen enkel rationeel overwogen politiek doel hebben. Caroline van der Plas meende daarom dat er ‘met terroristen niet te onderhandelen valt’ en dat zij ‘koste wat kost vernietigd moeten worden’. Soortgelijke uitspraken maakte Thomas Miller, de staatswoordvoerder van de VS, al vaker het afgelopen jaar.
Het feit dat dit soort retoriek, waarmee geweld wordt goedpraat, gebruikelijk is in onze politiek en media laat zien hoe ingeworteld de dehumanisering van de Palestijnen in ons publieke discours is.
Een kil gebrek aan empathie bij onze politici is dan ook het gevolg. Op 15 oktober 2024 werd het Al-Aqsa ziekenhuis voor de zevende keer gebombardeerd, terwijl er Palestijnse burgers op het terrein in tenten verbleven. Op afgrijselijke beelden zien we mensen levend verbranden in een door bommen veroorzaakte hellevuur. Maar toen Tweede Kamerleden door de journalist van YouTube-kanaal Left Laser gevraagd werden om de beelden te bekijken, wuifden ze het onbeschrijfelijke geweld weg zonder enige morele wroeging.
NSC-lid Diederik Boomsma leek de gangbare moraal te rechtvaardigen door te menen dat als het ziekenhuis terroristen verschuilt, er een reden kan zijn om het te bombarderen. In die opmerking schuilt de kracht van dehumanisering: Ongeacht hun aantallen of kwetsbaarheid mag elke Palestijn blijkbaar opgeofferd worden voor een vage indruk dat er voortgang wordt geboekt met de richtingloze ‘terreurbestrijding’ van Israël.
Dit soort ontmenselijking bestond echter al vanaf het begin van het koloniale project van het Zionisme. Historisch onderzoeker Thomas Suarez beschrijft in Palestine Hijacked (2023) hoe Chaim Weizmann, later de eerste president van Israël, door middel van het kleineren van de Palestijnen lobbyde voor de zogeheten Balfourdeclaratie van 1917. Weizmann stuurde brieven aan Arthur Balfour, de Britse minister van Buitenlandse Zaken die in 1917 verklaarde de stichting van een ‘nationaal thuis voor het Joodse volk’ in Palestina te ondersteunen.
De brieven beargumenteerden dat de Palestijnen niet in staat waren om hun eigen democratie te besturen. In Weizmanns ogen was ‘de Oriëntaalse geest’ in haar essentie te verraderlijk en te oppervlakkig om serieus genomen te worden. Balfour zelf schreef na het ondertekenen van de verklaring dat de mening van Palestijnen er niet toe deed en dat zij ‘niet eens voor de vorm geraadpleegd zullen worden’, dat het ‘Zionisme…van veel groter belang is dan de wensen en voorkeuren van de 700.000 Arabieren die dat oude land nu bewonen.’
2: Het Zionisme en de nazi
Het is deze ontmenselijking van de Arabier, van de ‘bruine’ mens, die in het duistere hart van het Westerse kolonialisme zit. Het spiegelbeeld daarvan is het superieure zelfbeeld van de Westerling. Volgens de postkoloniale denker Aimé Césaire vinden we in het hart van het Westerse kolonialisme dan ook een radicale verpersoonlijking van dit superieure zelfbeeld: de nazi.
In Discours sur Colonialisme beschrijft Césaire hoe de kolonialist een vooringenomenheid naar bloedvergieten, hebzucht en moreel relativisme in zichzelf ontwikkelt. Want iedere keer wanneer hij een ander volk onderdrukt en haar onderwerpt met bloedig geweld, vergiftigt de kolonialist zichzelf verder met meer raciaal suprematisme en trots. Alleen zo kan het mensonterende geweld iedere keer goedpraat worden. En zo ontstaat de nazi.
Het historisch bestaande Nazisme, de hoogste vorm van barbarij die de mensheid heeft gezien, zo stelt Césaire, was in dat opzicht een soort boemerangeffect van het algemene Westerse kolonialisme. Het Nazisme was het koloniale gedachtegoed dat zich binnenwaarts keerde: de Europeanen waren feitelijk al decennialang nazi’s voor de rest van de wereld geweest voordat het Nazisme het eigen continent opvrat met dezelfde methodiek van mensonterend racistisch geweld.
Zoals het Westerse overzeese kolonialisme en het Nazisme leunden op de racistische ontmenselijking van de Joodse ‘Ander’, zo leunt het Zionisme op de ontmenselijking van de Arabische ‘Ander’. En ook daarin is dus een extremisering van racistische denkbeelden – en uiteindelijk ook geweld – mogelijk, of misschien zelfs onvermijdelijk. Enkel door de Palestijnen steeds meer te ontmenselijken kan het koloniale project geestelijk in stand gehouden worden door de Zionist.
En die gewelddadige radicalisering vond al vroeg in de geschiedenis van het Zionisme plaats. Het middel van etnische zuivering, dat de kolonialist zo vertrouwd is, werd daarom door de opkomende militante Zionistische beweging van de jaren twintig en dertig al beoogd. De Israëlische historicus Ilan Pappé zette dit al haarscherp uiteen in De etnische zuivering van Palestina (2008).
Het Nazisme was het koloniale gedachtegoed dat zich binnenwaarts keerde
In het begin hadden de Britten, conform de Balfourdeclaratie, nog bijgedragen aan de training van paramilitaire Zionistische groeperingen, zoals de in 1931 opgerichte Irgun. Maar Pappé beschrijft dat deze groepen vanaf de jaren veertig tientallen bomaanslagen zouden plegen die honderden Palestijnen én Britten doodden en daarmee al duizenden Palestijnen uit hun huizen verdreven; het expliciete doel daarvan was om een etnisch zuivere, exclusief Joodse staat te scheppen.
Ook voor de Britten was daarin dus geen ruimte. Door Israël gevierde figuren zoals Ze’ev Jabotinsky, maar ook de voormalige Israëlische president Menachem Begin, waren leiders van de Irgun. De rechtse Likud-partij (Hebreeuws voor ‘Consolidatie’) werd vervolgens door Begin in het leven geroepen in 1973 – momenteel heeft Netanyahu de teugels van die partij in handen.
De verdrijvingsaanvallen op Palestijnen begonnen eerst weliswaar sporadisch om vervolgens in de aanloop naar de Nakba van 1948 systematisch te worden. David Ben Gurion, destijds de leider van de Zionistische beweging en de eerste premier van Israël, maakte in zijn correspondentie met zijn handlangers in 1948 duidelijk dat het doel niets minder was dan ‘Palestina in zijn geheel over te nemen’. In zijn dagboek maakte hij vlak voor de Nakba nog de terloopse opmerking dat de Palestijnen ‘aan de Joden overgeleverd zijn’ en beredeneerde hij dat middelen zoals uithongering gepermitteerd zouden zijn voor de etno-nationalistische ‘goede zaak’.
De voortdurende massamoord op de Palestijnen bevindt zich in het ononderbroken verlengde van dit soort ideeën, plannen en rechtvaardigingen van etnische zuivering, stammende uit bijna een eeuw aan Zionistisch gedachtegoed. Dat Netanyahu aan het roer staat van dit geweld is minder verbazingwekkend als we de historische banden tussen zijn Likud-partij en de terroristische Irgun in herinnering nemen.
We strijden tegen de 1200 jaar lange Islamitische kolonisering van Israël.
Emmanuel Navon, docent aan de Universiteit van Tel Aviv
Inmiddels zijn meer dan 60.000 Gazanen gedood door een onophoudelijk salvo aan bombardementen. Dat getal houdt overigens geen rekening met de doden die volgens een artikel gepubliceerd in het prestigieuze Britse medische blad The Lancet worden veroorzaakt door een opzettelijke campagne van uithongering en infrastructurele verwoesting. Een terughoudende schatting is dat de doden daarmee al zijn opgelopen tot 186.000 (ongeveer 8% van de Gazaanse bevolking). Ondanks de feiten wordt de huidige vernietiging van het menselijk leven in Gaza door het Westen nog altijd beschouwd als ‘zelfverdediging’ en niet als koloniale terreur.
3: De werkelijkheid op zijn kop
Om dat soort dubbele maatstaven mogelijk te maken moeten Zionisten en Westerlingen zich bedienen van nog een mentaal instrument dat voortbouwt op de systematische dehumanisering van Palestijnen. Volgens de eerdergenoemde Gideon Levy maken Israëlische propagandisten zich namelijk schuldig aan het omkeren van slachtofferschap. ‘Ik heb nog nooit van een bezetting gehoord, waar de bezetter zichzelf als de slachtoffer wegzet, en dan nog het énige slachtoffer,’ aldus Levy.
We zien deze absurditeit terug wanneer Israëliërs menen juist zélf te strijden tegen koloniaal geweld. Zo benadrukt Emmanuel Navon, een docent aan de Universiteit van Tel Aviv, tijdens een open debat dat werd gehost door Al Jazeera: ‘We strijden tegen de 1200 jaar lange Islamitische kolonisering van Israël.’
Om diezelfde reden meent Netanyahu de wapens op te nemen ‘tegen de vijanden van de beschaving’, wanneer hij in een reactie op Emmanuel Macron schande spreekt over diens twijfels bij het voortzetten van wapenleveranties aan Israël. ‘Alle beschaafde landen zouden achter Israël moeten staan’, stelde Netanyahu onomwonden.
Netanyahu’s appél aan Westerse leiders is gezien de gedeelde geschiedenis van Westers kolonialisme en Zionisme uiteraard niet aan dovemansoren gericht. Een klassieke retorische zet van de kolonialist was altijd al om de werkelijkheid om te draaien. Het geeft de kolonialist het vermogen om een invasieve bezetting voor te stellen als een ‘beschavingsmissie’ of een ‘terugkeer naar het moederland’. De diefstal van land en kapitaal wordt ‘economische ontwikkeling’, de vernietiging van cultuur wordt gezien als het heropvoeden van de inheemsen, een etnische zuivering wordt vrijwillige migratie en culturele toe-eigening wordt het herontdekken van de eigen lang verloren gewoonten en gebruiken.
Ook de Nederlandse politiek en media zijn niet vreemd voor deze revisionistische koloniale denktrant. Wanneer Mona Keijzer, onze minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, tegenover de joodse schrijver Arnon Grunberg bij Sophie & Jeroen zit en zonder aarzeling meent dat ‘jodenhaat bijna onderdeel is van de cultuur’ in de Arabische wereld, dan suggereert ze op zijn minst dat het Westen – en dus Nederland – voorloopt: wij hebben al korte metten gemaakt met ons antisemitisme.
Dat de Shoah een Europese – en dus niet Arabische – genocide was van ongekende proportie en bruutheid, een massamoord waar Nederlanders zich maar mondjesmaat tegen hebben verzet, wordt daarmee gepresenteerd als simpelweg een tragische fout in de verdere ontwikkeling van onze cultuur als de meest beschaafde. Dat in Nederlandse voetbalstadions in 2024 nog altijd duizenden mensen tegelijkertijd bij een overwinning van hun club tegen Ajax zingen ‘Wie niet springt die is een Jood’, en dat Ajax-supporters überhaupt ‘Joden’ als geuzennaam dragen, doet toch anders vermoeden.
We hebben onze Bijbel. Dit is het enige document dat ertoe doet.
Weliswaar heeft Nederland – terecht – het leed van het Joodse volk erkend; de vraag is of de invloed van onze eigen koloniale mentaliteit op ons zelfbeeld echt de wereld is uitgeholpen. Hebben we de lessen die getrokken moesten worden over menselijke gelijkwaardigheid na de Shoah niet op precies zo een wijze getrokken dat ze het mogelijk maken om ons zelfbeeld als moreel superieure mensen in stand houden? We zijn onszelf immers na 1945 steeds meer gaan begrijpen als door egalitarisme gedreven beschermers van het Joodse volk.
De Joden die hun eigen vernietiging door Europa hadden overleefd moesten daarom mentaal onderdeel worden van ‘het Westen’. Maar het kolonialisme en de genocide in Palestina die door hun zogenaamde Israëlische vertegenwoordigers wordt uitgevoerd legt de spanning bloot die in onze eigen Vergangenheitsbewältigung huist: beschermden we de Joden niet vooral uit morele zelfgenoegzaamheid, om aan onszelf te bewijzen dat we inderdaad dat beschaafde volk zijn dat we altijd al dachten te zijn?
De morele ‘uitverkorenheid’ van de Westerling, nu niet meer expliciet als de koloniale beschaver, maar als de moralistische wereldpolitie, lijkt dus nog van grote invloed te zijn op het oordeelsvermogen van de Nederlanders als het gaat om het geweld dat door de ‘Westerse’ Israëliërs wordt gepleegd in Palestina.
4: De mythe van de uitverkorene
Hier speelt Levy’s derde en laatste kernaspect van het Zionisme een rol: de ‘messianistische mythologie’. Deze mythologie is anders van vorm dan de moderne Westerse morele uitverkorenheid in de zin dat het op Bijbelse verhalen stoelt, in plaats van op de meer seculiere Westerse beschavingsmythe. Maar het kan desalniettemin gezien worden als een radicalere variant van dezelfde logica van ‘uitverkorenheid’ die daarin huist.
Net zoals bij de dehumanisering en bij de omkering van slachtofferschap wordt die uitverkorenheidsmythe door Zionisten in volledige openheid geuit. In een interview voor de recente documentaire Holy Redemption van het Turkse TRT World maken we kennis met Daniela Weiss, een prominente woordvoerder van de bezettersbeweging in de Westelijke Jordaanoever. Weiss legt aan de hand van een fundamentalistische Bijbelse logica uit waarom Palestina aan de Joden zou toebehoren: ‘De grenzen van de Joodse staat zijn de grenzen die God aan Abraham had beloofd, van de Eufraat tot de Nijl. We hebben onze Bijbel. Dit is het enige document dat ertoe doet.’
Met die grenzen doelde Weiss op een grondgebied dat naast Palestina ook omringende landen zoals Libanon, Syrië en Jordanië omvat. En ook dat is geen nieuw idee. Irgun-leider Jabotinsky had in de jaren dertig al opgeroepen om het land ten oosten van de Jordaanrivier – waar nu Jordanië en Syrië liggen – in te kapselen als onderdeel van de nog te stichten Israëlische staat.
Deze Zionistische vrijbrief om land te veroveren verklaart ook waarom na de aanval van Hamas op 7 oktober 2023 er een hernieuwde en hardhandige bezetterscampagne in de Westoever heeft plaatsgevonden, terwijl de Westoever niks met deze aanval te maken had.
Op verschillende mediakanalen zien we hoe bulldozers en tanks door Palestijns grondgebied trekken en dorpen platleggen; Israëlische soldaten ontvoeren en treiteren kinderen, en gooien lijken van daken; scherpschutters van het Israëlische leger schieten protesteerders dood, waaronder de Turks-Amerikaanse mensenrechtenactivist Aysenur Ezgi.
En na hun gewelddadige veroveringen vieren de soldaten het zojuist geclaimde land uitbundig met sadistische livestreams waarop we soldaten zien die van een wijntje genieten terwijl ze Palestijnse huizen opblazen of hun schoenen in de gezichten van weerloze Palestijnen drukken. Sinds 7 oktober zijn er bijna 1.000 Palestijnen in de Westoever gedood en meer dan 7.300 verwond.
Ik geloof niet dat je Joods hoeft te zijn om Zionist te zijn, ik ben een Zionist.
De Westoever is nu het meest overduidelijke voorbeeld in onze tijd van wat schrijver Joseph Conrad in zijn novelle Heart of Darkness (1899) ‘oneindige diefstal en geweld’ noemde. Conrad schreef dat de Westerse ‘verovering van de aarde’ niet meer was dan simpelweg land ‘afpakken van degenen met een andere huidskleur of plattere neus’.
Om deze immorele naaktheid te bekleden had de kolonialist een vergoelijkende ideologie nodig om zichzelf te overtuigen dat hij met iets groots, iets noodlottigs bezig is. Kortom: dat de komst van de Europeanen door een hogere orde was opgedragen en dat zij ‘verkozen’ waren om te koloniseren, dat witte mensen zichzelf als ‘belast’ zagen met de missie om de rest van de wereld te ‘beschaven’.
Het taalgebruik van ‘het verkozen volk’ is inmiddels de norm in de Knesset, het Israëlische parlement. Leden zoals Itamar Ben-Gvir, de minister van Nationale Veiligheid, mengen aan de lopende band Bijbelpassages met het meest onverbasterde racisme jegens Palestijnen en Arabieren, zodat het haast willekeurige en om zich heen slaande geweld van de staat Israël gerechtvaardigd kan worden: ‘Mijn recht, die van mijn vrouw, van mijn kinderen, om te zwerven op de wegen van Judea en Samaria zijn belangrijker dan de bewegingsvrijheid van de Arabieren’, aldus Ben-Gvir.
Het is daarbij pijnlijk ironisch dat prominente Westerse leiders die zichzelf als politiek seculier beschouwen en op grond daarvan afgeven op het vermaledijde fanaticisme van de Islam, openlijk steun en loyaliteit betuigen aan een staat met etno-religieuze wetgeving. Een meerderheid van de Israëlische burgers ziet zichzelf door hun religie ingegeven dan ook als het ‘gekozen volk’ om Palestina te bewonen.
Dat Geert Wilders, onze officieuze premier, op Breitbart pleit voor ‘zionisme voor de Europese natiestaten’ getuigt ervan dat hij goed begrijpt hoezeer de etno-nationalistische mythologieën van het Zionisme en het seculiere etno-conservatisme van rechts Nederland op elkaar lijken. En ook de trotse Zionist Wilders schuwt, net als Israëlische politici, geen apocalyptisch, koloniaal taalgebruik: ‘Israël is een baken van licht in een zee van Islamitische duisternis.’
Gelijkenissen zijn soms echter nog voor de hand liggender. In met name de Verenigde Staten hoopt een legio aan Christelijke evangelisten om theologische redenen op de wederopbouw van een Israëlitische staat. Voor deze zogeheten ‘Christelijke Zionisten’ zou dat namelijk de ‘Dag des Oordeels’ moeten inwijden.
Maar ook de seculiere Joe Biden is naar eigen zeggen een fervente Zionist: ‘Ik geloof niet dat je Joods hoeft te zijn om Zionist te zijn, ik ben een Zionist’, liet Biden Netanyahu weten bij een bezoek aan Israël in oktober 2023. Kamala Harris en Donald Trump renden op hun beurt in verkiezingsdebatten vorig jaar een retorische wedloop over wie Israël meer liefhad om zo de christelijke Amerikaanse kiezer voor zich te winnen.
Steun voor Israël uit religieuze overwegingen zien we in Nederland ook terug in de streng Gereformeerde kringen, maar ook onder kleinere bewegingen die verrassend aanwezig kunnen zijn in onze nationale politiek:
Op de website van Hadderech, een ‘messiaans-Joodse’ vereniging in Nederland, staan artikelen gepubliceerd met de titel ‘Waarom ik Zionist ben’. Zo nu en dan reproduceert het maandblad van Hadderech ook stukken van de aan de Likud-partij gelieerde Likoed Nederland. Zo ook het stuk ‘Is vrede met de Palestijnen een reële optie?, waarin een lijst met feiten wordt opgesomd ‘die niet tot optimisme stemmen’. Verder vraagt Rami Abbas in het maandblad zich af of zijn ‘Arabisch volk’ in de ‘middeleeuwen’ wilt blijven leven, of dat het de ‘Israëlische superioriteit’ gaat erkennen. Eppo Bruins, onze eigen minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, blijkt lid te zijn van Hadderech.
Conclusie: De spiegel die Palestina is
Het bovenstaande wijst erop dat we op verschillende niveaus van onze politiek en cultuur dus nog moeten erkennen dat ons zelfbeeld als het moreel superieure Westen doordrenkt is van een koloniaal en racistisch gedachtegoed. Dit maakt het op zijn beurt onmogelijk om het beleid van Israël in Palestina te zien voor wat het is: een koloniale genocide.
De gevolgen daarvan zijn niet mild. Momenteel zijn we getuigen van hoe Israël continu de morele autoriteit van de VN aan zijn laars lapt en zelfs een historisch aantal VN-hulpmedewerkers in Gaza en Libanon heeft gedood. Het Westen, Nederland inclusief, lijkt daar geen wezenlijke problemen mee te hebben. Waarom dulden we dat nog in een land dat zo prat gaat op het bevorderen van de mensenrechten en zich juist daarin verheven voelt boven de rest van de wereld?
Inderdaad, zoals Mishra schreef in De Shoah na Gaza, wanneer het Westen onvoorwaardelijke steun blijft bieden aan Israël, zullen we ons zorgen moeten gaan maken over de afkalving van de internationale morele orde die na de Holocaust tot stand kwam. Wat betekenen ‘universele mensenrechten’ als deze alleen worden beschermd wanneer dat het Westen uitkomt?
‘Daar is Gaza!’ roepen sommige kinderen enthousiast, terwijl de ouders hun loven
Tegelijkertijd moeten we ook vaststellen dat Mishra wellicht een té rooskleurige inschatting van de zuiverheid van deze door het Westen gepropageerde morele orde gaf. Vanaf het eerste moment leek deze namelijk al ondermijnd te worden door de eigen hypocrisie. Het zegt veel dat de formele onafhankelijkheid van Westerse koloniën nog decennia op zich moest laten wachten (Suriname wordt in 1975 pas onafhankelijk) en dat deze vaak op bloedige wijze tot stand moesten komen (Indonesië, Algerije, Vietnam) terwijl het Westen zich al die tijd al in woord toewijdde aan mensenrechten en ‘volkssoevereiniteit’.
Maar ook bij de meer recente genocides in Rwanda en het Europese Bosnië speelden het Westen en Nederland zacht gezegd geen glansrijke rol. Dutchbatters grapten nog kort voor de moord op meer dan 8.000 moslimmannen en -jongens over de ‘snorren’ van hun vrouwen, zussen en dochters. En in zowel Rwanda als Bosnië bleek het Westen niet bereid burgers te beschermen op het moment dat het ertoe deed.
In het huidige Israël is de koloniale minachting voor mensenlevens herkenbaar ver gevorderd. Tijdens de documentaire Holy Redemption kijken we naar een conferentie in Yavne, vlakbij de Gazaanse grens. Terwijl Gaza met mens en al wordt platgebombardeerd komen de belangrijkste Israëlische settlerorganisaties daar samen om hun aanstaande nederzettingen in Gaza te bespreken. Ook Daniela Weiss en verschillende Knessetleden zijn aanwezig. Gretig en furieus eisen ze het recht op het vestigen van Zion in een uitsluitend Joods Gaza op.
Als laatste onderdeel van de conferentie nemen de organisatoren een boottocht om hun toekomstig land te aanschouwen. Op de achtergrond zien we lichtflitsen van de bommen die Gaza platleggen, ondertussen kijken de bezetters met hun kinderen op boten naar de Gazaanse kust. ‘Daar is Gaza!’ roepen sommige kinderen enthousiast, terwijl de ouders hun loven. De ogen van de kinderen sprankelen in het felle licht van het bommengeweld; een huiveringwekkend en absurd beeld.
Na Gaza zal iedere Westerling zich wederom moeten afvragen of we daadwerkelijk in staat zijn geweest om álle mensen als gelijken te zien, inclusief de Joden die we zo trachten te beschermen. Als er geen verandering komt in de Westerse steun voor Israël terwijl we een jaar lang toekijken hoe nóg een Westerse genocide zich ontvouwt, dan wordt het steeds moeilijker om niet met Adorno te spreken: Na Gaza is alle Westerse morele pretentie barbarij.