Hoe ervaren Palestijnen hun leven wanneer hun bestaan ongewenst is? (Deel 2 van 3)

Cassandra: Miskenning

Cassandra

Palestijnen hebben wereldwijd op dagelijkse basis te maken met de ontkenning en bestrijding van hun identiteit. Wat doet dat met iemands ervaring van het leven? Wij spraken met Nederlandse Palestijnen over erkenning en een waardig menselijk bestaan in een wereld die hun vijandig is: ‘Ik ben aan het sterven, niet aan het leven’.

De Gazaanse Palestijnen zijn ballingen in hun eigen land, zoveel wordt duidelijk uit Kholouds hartverscheurende verhalen (lees hier Deel 1). Hun aanvankelijke verdrijving uit gebieden als Hamama is daarbij gepaard gegaan met een uitwissing van de achtergebleven Palestijnse cultuur. 

Wie niet in geschiedenisboeken graaft van historici zoals Ilan Pappé, zou zich nooit realiseren dat er vóór de Nakba van 1948 een rijke cultuur en samenleving bestond waar de Palestijnen – die voornamelijk Islamitisch waren, maar waaronder zich ook aanzienlijke christelijke en joodse minderheden bevonden – relatief vreedzaam onder elkaar leefden.

Deze Westerse onwetendheid is geen toeval. Pappé beschrijft in The Ethnic Cleansing of Palestine hoe de uitwissing van de inheemse Palestijnse cultuur sinds de jaren 20 een strategie was van het Zionisme: Je verovert land, vernietigd alle sporen van de inheemse maatschappij en creëert een revisionistisch narratief waarin je meent dat Palestina ‘een land zonder volk voor een volk zonder land’ is, zoals een bekende Zionistische leus luidt. 

Het ontkennen van zelfs het bestaan van een inheemse Palestijnse cultuur wordt bijzonder cru wanneer Zionistische bezetters aan het woord komen. Channel 4 News interviewde vorig jaar een blonde, jonge Texaans-Israëlische vrouw die het voornemen heeft zich neder te zetten in de Westoever. Met een laconieke toon brak ze in het interview een lans voor het bezetten van Gaza nadat de interviewer haar vroeg of dat geen kolonialisme zou zijn: ‘Colonialism gets a bad rap.’ 

Ze vervolgt dat zij het als een ‘terugkeer’ beschouwd naar het land van haar voorouders en werpt in haar verdediging op: ‘De Palestijnen zijn niet een etniciteit, maar een ideologie om Joden te vernietigen’. 

Die verdachtmaking van Palestijnen als door een antisemitische ideologie gedreven gewelddadige mensen ervaart de Palestijnse Nederlander Cassandra (32) ook in haar dagelijkse leven hier in Nederland. 

Cassandra is geboren en getogen in de provincie Utrecht. We ontmoeten haar in de stadsbibliotheek van Utrecht op een warme herfstavond: 

‘Sorry, ik zie er niet uit, ik heb straks een nachtdienst voor mijn werk’. Later leren we dat Cassandra werkt bij een organisatie die zich bezighoudt met de opvang en begeleiding van asielzoekers in Nederland. ‘Ik doe er pedagogisch werk met jongeren en kinderen, het is zwaar, maar het geeft me veel voldoening.’

Haar eigen ouders kwamen zelf als peuters naar Nederland. Cassandra heeft een Palestijnse vader afkomstig uit Nabloes, een grote stad gelegen in de Westelijke Jordaanoever, en haar moeder is in Marokko geboren. ‘Mijn leeftijdsgenoten vonden het altijd bijzonder dat ik een Palestijnse achtergrond heb, maar erover praten gaat eigenlijk maar moeizaam.’

Ik wist niet dat jij zo antisemitisch was

Dat ligt volgens Cassie voor een belangrijk deel aan de onverschilligheid van de Nederlandse bevolking naar de Palestijnen toe, maar ook aan hun vooroordelen: ‘Natuurlijk identificeren ze zich meer met witte Israëlieten die ook een “pride” vieren, terwijl ze ondertussen denken: daar heb je die Arabieren met hun lange baarden die hun vrouwen geen vrijheden gunnen. Ik denk dat heel lang geleden is besloten dat de Palestijnen terroristen zijn en dat het er niet toe doet wat je met ze doet. Ik heb dit narratief al zolang geïnternaliseerd dat ik me er niet eens over verbaas. No one gives a fuck, dat is wat ik gewend ben.’

Dat Palestijnen gezien worden als ‘terrorismeverheerlijkers’ wanneer ze aandacht vragen voor het Israëlische gewelde merkt Cassandra aan het feit dat ze zich continu lijkt te moeten verantwoorden: ‘Iemand hoorde over mijn afkomst, de vader van mijn vriendin, en hij begon zomaar over Hamas tegen mij. Hij had al besloten dat Hamas niet oké is en dat ik mij daarvoor moest verantwoorden, alsof ik een pro-Hamas shirt aan had ofzo. Je voelt gewoon wanneer iemand zoiets heeft van: “Ik ga eens verhaal halen bij die Palestijn”. Het zorgt ervoor dat je bepaalde gesprekken niet meer aangaat.’

Ook ervaart Cassandra haar leven lang al dat wanneer ze zich, omgeven door witte Nederlanders, kritisch uit over de bezetting van Palestina ze weleens wordt afgekapt met het verwijt: ‘Joh, ik wist niet dat jij zo antisemitisch was’. Bij Cassandra komt dat naar eigen zeggen altijd hard binnen:

‘Ik was in die gevallen helemaal verbaasd, omdat ik nooit iets tegen Joden had gezegd. Ik heb niks tegen Joden, Israëlieten of wie dan ook. Ik heb iets tegen de bezetting en iedereen die dat goedkeurt en het systeem goedkeurt. Het maakt me gewoon woest dat ik uit word gemaakt voor iemand die Joden haat. Waarom worden mijn woorden altijd verdraaid in mijn nadeel?’

Om die reden heeft Cassandra ‘actief geprobeerd’ om niks van de Maccabi-rellen in Amsterdam mee te krijgen: ‘Ik wilde er niks over lezen, horen of zien. Ik kon niet nog een keer aanhoren hoe de Palestijnen of de pro-Palestina demonstranten de schuld kregen van alles. Ik kreeg er buikpijn van, het gaf me een misselijk, zenuwachtig en onrustig gevoel.’

Related Reads