Hoe ervaren Palestijnen hun leven wanneer hun bestaan ongewenst is? (Deel 1 van 3)

Kholoud: de Balling

Kholoud

Palestijnen hebben wereldwijd op dagelijkse basis te maken met de ontkenning en bestrijding van hun identiteit. Wat doet dat met iemands ervaring van het leven? Wij spraken met Nederlandse Palestijnen over erkenning en een waardig menselijk bestaan in een wereld die hun vijandig is: ‘Ik ben aan het sterven, niet aan het leven’.

Golda Meir, toenmalig Israëlisch premier, beweerde tijdens een interview in 1969 voor de Sunday Times dat ‘er niet zoiets was als een Palestijns volk,’ en dat ‘er geen te onderscheiden Palestijns volk bestaat’. In The Question of Palestine (1992) reflecteerde de Palestijns-Amerikaanse intellectueel Edward Said over dit soort Israëlische – maar ook Westerse – percepties van de Palestijnen: ‘Arabieren zijn een ergernis, Palestijnen een quasi-mythologische werkelijkheid (voornamelijk, zo gaat het argument, een propagandistische werkelijkheid)’. In Westerse ogen bestaan Palestijnen niet, maar is hun identiteit eigenlijk verzonnen om te dienen als een soort politieke hindernis, aldus Said.

Maar hoe is het dan eigenlijk om een Palestijn te zijn? Hoe is het om ongewenst te zijn in de ogen van ’s werelds machtigen?

De Palestijnse dichter Mahmoud Darwish noemde het verhaal van de Palestijn in een gedicht het verhaal van de ‘balling’. De balling is volgens Darwish degene die ernaar snakt te zeggen: ‘Herstel de kleur van mijn gezicht, en de warmte van mijn lichaam.’

Die versregels kregen bijna een letterlijke betekenis toen wij de Palestijns-Nederlandse Kholoud (45) spraken. We ontmoeten haar op een zonnige septembermiddag, aan een picknicktafel bij een buurtcentrum. Op dat moment is de genocide in Gaza bijna een jaar gaande. ‘Ik ben aan het sterven. ik ben niet aan het leven,’ vertelt Kholoud. Haar gezicht is tegelijkertijd bleek én rood van de vele tranen die ze het afgelopen jaar heeft laten vloeien. Haar verhaal is dat van de balling.

Ik verloor mijn ziel toen ik mijn broer verloor.

Kholoud (spreek uit als ‘Goeloed’) is geboren in Koeweit, maar haar ouders komen uit Hamama, een eeuwenoud dorp dat vlakbij de noordelijke grens van Gaza ligt. De ruïnes van Hamama bevinden zich inmiddels in de huidige Israëlische kuststad Ashkelon. 

Hamama, wat ‘duif’ betekent, werd in 1948, net zoals tientallen andere Palestijnse dorpen, met de grond gelijk gemaakt door het Israëlische leger. Onder leiding van generaal Yigal Allon – later ook een kortstondige premier van Israël – werd operatie Yoav uitgevoerd om zuidelijk Palestina te veroveren. Op 28 oktober werd Hamama ingenomen; de november erop werd het dorp tot een ruïne gereduceerd. Vlakbij het puin bevindt zich nu een populaire strandlocatie waar zowel Israëliërs als internationale toeristen hun vakanties doorbrengen. 

Kholoud en haar familie hebben echter nooit kunnen terugkeren. Ze vertelt hoe haar grootouders al met haar vader moesten vluchten voor de grootschalige verdrijving van de Palestijnen in 1948, de zogeheten ‘Nakba’: 

‘Mijn vader was nog maar 30 dagen oud toen Israëlische strijdkrachten het dorp binnenvielen. Mijn opa raakte daarvan zo in paniek dat hij in een waas mijn vader onverhoopt tussen de cactussen gooide. Het was mijn oma die zag wat er gebeurde en hem weer tussen de planten vandaan haalde, anders was hij er niet meer geweest. Naar verloop van tijd werd dit verhaal een grapje waarmee we mijn vader thuis plaagden.’ 

Maar sinds oktober 2023 hoort Kholoud weer aan de lopende band soortgelijke anekdotes van familie en kennissen in Gaza. Ouders zitten zo met het mes in de buik dat ze in de existentiële paniek van het vluchten voor Israëlische bombardementen een wit kussen meenemen uit hun huis in plaats van hun in witte lakens gewikkelde kind – vaak met de desastreuze gevolgen van dien. ‘Nu snap ik pas echt wat mijn grootouders meemaakten’, concludeert Kholoud.

Nadat haar familieleden uit hun thuisland waren verjaagd, moesten ze voor oorlog na oorlog vluchten, en kregen ze decennialang geen recht op terugkeer naar Hamama van Israël. Uiteindelijk heeft Kholoud daarom in Koeweit, Jemen, Soedan, Libië, de Verenigde Arabische Emiraten en Egypte geleefd. Sinds 2011 verblijft haar familie in Gaza. Kholoud woonde zelf ook een paar jaar in Gaza-stad voordat ze in 2017 naar Nederland kwam met haar man en twee dochters. 

Zoals het afgelopen anderhalf jaar duidelijk heeft gemaakt, is ook Gaza niet aan de Palestijnen beloofd als het aan Israël en de Verenigde Staten ligt. Waar mensen met tenminste één Joodse grootouder uit alle hoeken van de wereld direct burger mogen worden van Israël (de zogenaamde Israëlische Wet op Terugkeer), moest Kholoud tussen 2011 en 2017 ondergrondse tunnels braveren om de Gazastrook binnen te komen: 

‘De mensen hier in Nederland denken dat Palestijnen door ondergrondse tunnels lopen om Israël aan te vallen, maar ik liep door zo’n tunnel met mijn kinderen om de Egyptische grens over te kunnen steken, om weer herenigd te zijn met mijn familie’, zegt Kholoud verontwaardigd. 

Ik mag als Palestijn mijn familie niet eens verrassen.

Kholouds Nederlandse paspoort geeft haar tegenwoordig weliswaar meer mogelijkheden als het gaat om internationaal reizen; vooralsnog werpt het internationale systeem van grenscontroles haar als Palestijn alsnog allerlei obstakels voor de voeten om haar familie in Gaza te bezoeken. ‘In de zomer van 2023 wilde ik mijn familie in Gaza bezoeken. Ik had mijn broer en schoonbroer verteld dat ik iedereen tijdens een feestje wilde komen verrassen.’ 

Omdat Kholoud diabetes heeft kan ze comateuze aanvallen krijgen wanneer ze veel stress ervaart. Hierom durfde ze de Israëlische grens van Gaza niet over te steken vanwege de vele checkpoints voor Palestijnen: ‘Ik besloot maar via de Egyptische kant aan de zuidelijke Gazaanse grens bij Rafah over te steken.’ 

Met cadeaus bepakt voor de kinderen uit haar familie ging ze uit voorzorg extra vroeg naar Egyptisch Rafah; haar broer Ahmed zou haar opwachten aan de andere kant van de grens: ‘Tot mijn frustratie moest ik 8 uur lang bij de grens wachten, terwijl ik Gaza aan de overkant kon zien liggen.’ 

In een verlept, beschimmeld en krakkemikkig pand lieten de Egyptische douanelieden haar wachten. ‘Het was puur om ons te vernederen. Als ik niet Nederlands was, had het nog veel erger gekund. Uiteindelijk mocht ik pas laat in de avond oversteken. En toen ik aankwam in Gaza-stad was iedereen al weg. Het feestje was opgeruimd en de verrassing verpest. Als Palestijn mag ik zelfs dat niet, zelfs mijn familie verrassen wordt mij niet gegund!’ zegt Kholoud geëmotioneerd.  

De uiteindelijke verhuizing van Kholouds gezin naar Nederland gebeurde op advies van haar broer Ahmed, die haar op het hart drukte dat een precaire leefomgeving als Gaza niet goed zou zijn voor haar kwetsbare gezondheid. 

Echter, met de zich ontvouwende genocide van het afgelopen anderhalf jaar leefde Kholood ook in Nederland met permanente stress. Als Kholouds broer Ahmed haar jaren geleden niet had aangejaagd Gaza te verlaten, dan had zij zo maar ook één van de tienduizenden slachtoffers kunnen zijn geworden van deze genocide.

Ahmeds advies bleek voor hem wel noodlottig: ‘Ik verloor mijn ziel toen ik mijn broer verloor’, zegt Kholoud met veel pijn in haar stem. Ahmed werd door een bomaanslag in mei 2024 gedood. 

Het pandemonium aan Israëlische bommen dwong de rest van haar familie ondertussen om constant te zigzaggen tussen meerdere, elkaar afwisselende ‘safe zones’ die de Israëlische staat aankondigde. Haar schoonbroer lag daardoor gewond in het Al-Nasser ziekenhuis toen ook dat gebombardeerd werd; hij wordt momenteel nog altijd vermist. 

Ondertussen zocht de rest van haar familie noodgedwongen hun toevlucht in een kleine tent aan de Gazaanse kust in Al Mawasi, een landbouwstrook bij Rafah. Ze verbleven daar zonder elektriciteit en water; ‘ze sliepen als ratten boven op elkaar,’ kreeg Kholoud van haar familie te horen.

Related Reads